Over de Middelbare Kunstnijverheidsschool schrijft Isabelle Paulussen, in haar biografie over Charles Vos, het volgende:
“Charles Vos was de eerste leraar beeldhouwen aan de Middelbare Kunstnijverheidsschool, waar generaties Limburgse kunstenaars zijn gevormd. In het eerste jaar (1926–1927) voorzag de school alleen in een avondcursus met in het lesprogramma schilderen, tekenen en boetseren zowel naar gipsmodellen als naar levend model. Meerdere beeldhouwtechnieken kwamen aan bod, zoals kappen en hakken in verschillende materialen. Daarnaast werden er basislessen kunstgeschiedenis gegeven. Op zaterdagmiddag werd een schildercursus verzorgd door Henri Jonas en Jos Postmes, die toegankelijk was voor zowel de leerlingen van de avondopleiding als voor buitenstaanders. De ‘Zaterdag-opleiding’ was in het leven geroepen speciaal voor werkenden, die alleen op zaterdagmiddag lessen konden volgen. In het daaropvolgende studiejaar werd deze zaterdagmiddagcursus uitgebreid met boetseer- en beeldhouwlessen door Charles Vos, lessen in batikken door Edmond Bellefroid en in keramische kunst door Johan Lint. Lint, Vos en Bellefroid waren niet alleen collega’s aan de Middelbare Kunstnijverheidsschool, maar ook bij De Sphinx. Lint was daar eerste ontwerper en chef-modelleur in vaste dienst van 1917 tot 1935. Vos tekende als blijk van waardering een sprekend portret van hem, toen hij ongeveer 49 jaar oud was”. In oktober 1927 ging een dagcursus van start. Postmes spande zich enorm in om de dagopleiding een officiële status te geven en kreeg hierbij steun van de bevlogen wethouder van onderwijs en cultuur Jules Schaepkens van Riempst (1875–1946). Hij werkte nauw samen met Jos Postmes om het professionele kunstonderwijs in Maastricht van de grond te krijgen. Hij was jarenlang voorzitter van het bestuur van de Kunstnijverheidsschool. Ook voor Vos was Schaepkens van Riempst belangrijk, bijvoorbeeld als voorzitter van het erecomité bij de viering van zijn vijftigste verjaardag. Per 1 april 1937 – Postmes was té vroeg overleden in 1934 – werd de school officieel een volwaardige dagopleiding en daarmee werd ze gelijkwaardig aan de overige Middelbare Kunstnijverheidsscholen in het land. Volgens toenmalig directeur en opvolger van Jos Postmes, Jef Scheffers, was de inzet van de leerkrachten uiterst motiverend. Dat bleek uit de explosieve groei van het aantal leerlingen vanaf het studiejaar 1936-1937! Vos was een inspirerende leraar: hij had oog voor moderne kunst en nam van thuis boeken mee om de werken van eigentijdse beeldhouwers als Jacques Lipchitz (1891-1973) en Ossip Zadkine (1890-1967) met zijn leerlingen te bespreken. Met behulp van de daarin afgebeelde sculpturen legde hij de zuiver plastische vormentaal aan hen uit. Daarnaast bracht hij de leerlingen in contact met traditionele Afrikaanse kunst, die in het begin van de twintigste eeuw door Westerse kunstenaars was ‘ontdekt’. Charles verzamelde zelf zulke zogeheten ‘primitieve beeldjes’. Aansluitend aan het klassikaal onderwijs gaf Charles zijn leerlingen ook praktijkopdrachten. Onder zijn leiding vervaardigden zij het grafmonument voor Jos Postmes. Het monument heeft de vorm van een stèle met bovenaan de figuur van de verrezen Christus in hardsteen en onderaan het portret van Postmes in kalkzandsteen. Aan elke zijde van het monument verbeeldt een aantal figuren de zes leerlingen die aan het monument hebben gewerkt. Het bevindt zich op het graf van Postmes op de Algemene Begraafplaats aan de Tongerseweg in Maastricht”.