Kunstschilder Jos Postmes werd de eerste directeur van de Middelbare Kunstnijverheidsschool. Postmes was een protegé van de invloedrijke wethouder van cultuur Jules Schaepkens van Riempst, wiens familienaam herinnert aan de gelijknamige kunstenaars uit de 19de eeuw. Net als deze politicus streefde Postmes naar een Limburgse, katholieke identiteit van het kunstonderwijs in Maastricht. Zijn droom was het, om specialisten van buiten aan te trekken en uiteindelijk een Limburgse kunstacademie op te richten, gelijkwaardig aan die van Amsterdam en Antwerpen. Na diens vroege overlijden in 1934 nam docent Jef Scheffers, die in 1929 begon als docent tekenen en tot aan zijn pensionering in 1971 als directeur aanbleef. De zeer markante Scheffers had weinig oog voor het idealisme van zijn voorganger Postmes, maar richtte zich vooral op de ontwikkeling van de schilderkunst. Hij stimuleerde o.a. Ger Lataster, Jef Diederen en Pieter Defesche om in Amsterdam hun studie voort te zetten. Bekende leraren uit die tijd waren onder anderen Henri Jonas en de beeldhouwer Charles Vos. Vos en zijn opvolger Albert Meertens waren van invloed op onder anderen naoorlogse beeldhouwers als Piet Killaars, Vera van Hasselt, Nic. Tummers, Frans Gast, Arthur Spronken en Appie Drielsma.