Als beeldend kunstenaar en schrijfster ben ik gefascineerd door lichamelijke aanwezigheid van de mens en de relatie die deze aangaat met de directe omgeving. Ik doe artistiek onderzoek naar fysieke plaats en zet hierbij wandelen als onderzoeksmethode in. Door middel van inkeringen, observaties en fysieke beweging leg ik verbanden in mijzelf met mijn omgeving. De hier uit voortkomende ‘geschreven wandelingen’ breng ik binnen mijn geschreven onderzoek in beeld en vorm het fundament voor mijn beeldende werk. Met een diversiteit aan materiaalgebruik ben ik op zoek naar manieren om de terugkomende thema’s als vergankelijkheid, kwetsbaarheid en het lichamelijke visueel te maken. Door in het beeld vormen en kleuren van menselijk ogende aspecten te verwerken, speel ik een spel met herkenning en vervreemding tegelijk van het eigen fysieke zijn.
Twee jaar geleden ben ik begonnen met wandelen als onderzoeksmethode; een artistiek onderzoek, waar ik vanuit mijn eigen zijn reflecteer op mijn omgeving, mijn positie als mens en als kunstenaar. Door middel van inkeringen, observaties en fysieke beweging leg ik verbanden in mezelf en met mijn omgeving. Ook heb ik voor deze thesis twee wetenschappelijke artikelen onderzocht. Het eerste artikel: Hoezo verbonden met de natuur, is van Chris Elzinga (2007). Onderwerpen waarover hij onder andere schrijft zijn: waarom wij als mens ons steeds minder verbonden voelen met de natuur en wat deze belemmering veroorzaakt, zoals de invloed van de technologische ontwikkelingen, het ego-bewustzijn en het antropocentrisme. Het tweede artikel, ook wel ‘wandelkrant’: The Walking Seminar: Embodied research in emergent Anthoropocene Landscapes (Christian Ernsten, Nick Sheperd en Dirk-Jan Visser, 2018) is een eenmalige publicatie waarin drie ‘Walking Seminars’ worden beschreven. Het artikel bestaat uit feitelijke en wetenschappelijke teksten, afgewisseld met verhalende en persoonlijke teksten. De kern van de bedachte seminars is het inzetten van wandelen als methode en het verbinden van landschap en geschiedenis, waarin het overdenken van tijd, materialiteit en geheugen mee-spelen. Beide artikelen passen zowel door hun thematiek als onderzoeksmethode binnen mijn eigen onderzoek. Ik zal dan ook beide artikelen aanhalen en gebruiken als referentiekader. Dit zal ik verweven met mijn persoonlijke voortkomende ‘geschreven wandelingen’ die tevens het fundament voor mijn beeldende werk vormen.