sorteer op

filteren op


2049


2048

2047


2046


2045

2044

2043

2042


2041


2040


2039

2038


2037

2036


2035


2034

2033

2032

2031


2030

2029

2028

2027


2026


2025






















































































































2020

Bachelor Autonome Beeldende Kunst

2020

Myrthe Triepels

‘man of my dreams’

‘There is a man lying down in the middle of the room. His chest is open and his gigantic heart is lying on top of it. I observe him from a distance, watching how he is pounding his heart with his fist, BAM, BAM, BAM. What is he trying to do? I approach him to get a better look. The man is wearing a dark suit, and his skin has a peculiar colour. His eyes are closed; I can’t read any emotion on his face, as if he is asleep. Then I wake up.’
“Een man ligt midden in de ruimte. Zijn borst ligt open met zijn gigantische hart bovenop. Ik sta van een afstandje te kijken hoe hij met zijn vuist uithaalt BAM, BAM, BAM, naar zijn hart. Wat probeert hij te doen? Ik loop dichterbij om hem beter te bekijken. De man draagt een donker pak en zijn huid heeft een vreemde kleur. Zijn ogen zijn gesloten, er is geen emotie van zijn gezicht af te lezen, alsof hij slaapt... Dan word ik wakker.”

Al observerend benader ik mijn omgeving. Ik kijk om me heen, op zoek naar eigenaardigheden: een vis beklemd in een boom, rollende hoofden over een bowlingbaan, een koe met twee koppen...

Mijn zoektocht naar eigenaardigheden betreft; dingen om mij heen die om wat voor reden dan ook niet helemaal ‘correct’ lijken te zijn. Ik leg verschillende vreemde zaken vast, het liefst doe ik dit in de vorm van tekeningen. Overal waar ik heen ga neem ik mijn schetsboek mee. Hierin leg ik allerlei vreemde observaties en gedachten vast, sommige duidelijker dan andere. Alles wat ik vastleg in deze dummy kan vervolgens als startpunt dienen voor een werk. Het tekenen zelf is vaak ook het begin van het proces, een beginpunt van waaruit de absurditeiten meer tot uiting kunnen worden gebracht.

De tekeningen zijn geen representatie van wat werkelijk te zien was, maar van wat ik zag. Omdat ik het ´werkelijke´ beeld vertaald heb naar mijn eigen kijk erop, noem ik de tekeningen: beelden uit een andere werkelijkheid.

Mijn proces gaat verder vanuit de gedocumenteerde observatie. Ik kies een schetsbeeld wat ik op dat moment het interessantst vind en maak dit beeld in driedimensionale vorm. Wat ook voorkomt is dat ik beelden die al ‘af’ zijn met elkaar combineer tot een nieuw geheel. Ik zie de dingen die ik maak als puzzelstukjes van een onmogelijke puzzel. Ik blijf ‘stukjes’ verplaatsen, verwijderen en/of toevoegen tot ik blij ben met het resultaat. Het zou dus ook heel goed kunnen dat een stukje op zichzelf een geheel vormt. Hierdoor weet ik nooit met zekerheid te zeggen hoe het uiteindelijke beeld eruit zal zien.

De laatste stap wordt gezet door de reactie die op mijn werk gevormd wordt. Ik zou stap voor stap kunnen vertellen wat mijn gedachtes waren, wanneer een beeld veranderde en waarom, maar dit zou mijn werk volledig ontkrachten. In plaats van een specifiek beeld uit te leggen, vertel ik liever over mijn algemene proces. Door de beschouwer geen achtergrondverhaal te bieden, daag ik hem/haar uit om voor zichzelf te beslissen wat het moet voorstellen. Wat vaststaat is dat de ‘scènes’ die ik neerzet zich niet in deze werkelijkheid afspelen, maar binnen welke realiteit dan wel?

Men heeft het altijd over ontsnappen aan de realiteit. Hierdoor wordt met name gesteld dat er zich een fantasiewereld afspeelt naast de alledaagse realiteit. Ik ga ervan uit dat er meerdere versies van de werkelijkheid bestaan. Je zou wellicht dit ´vluchtgedrag´ kunnen vergelijken met de Romantische periode waarbij een grote waarde werd gehecht aan de fantasie en de verbeeldingskracht. Toen richtte men zich op onbekende gebieden van de menselijke geest: het bovennatuurlijke en het onderbewuste van de werkelijkheid, onontdekte en sublieme gebieden. Ook vandaag de dag verlangen mensen naar een idyllische wereld of droomwereld.

Mijn favoriete bezigheid is dan ook wegdromen, maakt niet uit waar naartoe. Deze ‘werkwijze’ herken ik in het observeren en documenteren van eigenaardigheden. Als er één plek is waar je moet zijn voor rariteiten dan zijn het dromen. Het maakt niet uit of je slaapt of dat je aan het dagdromen bent. Ik merk dat ik bij het dagdromen in een specifieke ‘mindset’ zit, waarbij ik niet te veel bezig ben met nadenken. Meestal begin ik met een observatie en deze zorgt ervoor dat mijn gedachten vanzelf, vanuit deze eerste gedachte doorrollen. Vaak ben ik me er niet meer van bewust dat ik überhaupt dit ‘denkspel’ aan het spelen ben. Dit is tevens de ´state of mind´ waarin ik het liefst werk maak. Bij het dromen (tijdens de REM-slaap) droom ik vaak over dingen die de dagen ervoor zijn gebeurd. Dat is op zichzelf niet erg interessant, maar ik heb een trucje om er eventueel iets bijzonders van te maken. Ik weet dat als ik op mijn buik in slaap val ik de meeste kans heb op een ‘nachtmerrie’. Door dit te doen heb ik soms het geluk dat mijn observaties van overdag verwerkt worden tot een bizar tafereel. Wanneer ik na zo’n droom wakker word, schrijf ik meteen op wat ik heb meegemaakt, hierbij kan ik me niet alles tot in detail herinneren. Wanneer ik besluit om een droom om te zetten tot een werk, vul ik de ontbrekende stukken in tijdens het werken hieraan.

Ik vind het interessant om te zien hoe een herkenbaar beeld met een kleine vervreemding al voor een soort kleine storing in iemands hoofd kan zorgen. Vooral wanneer je op het eerste gezicht niet ziet wat het nu is wat je bijvoorbeeld ongemakkelijk laat voelen.

Mijn werk ontstaat vanuit een andere kijk op de realiteit, ik zou dan ook willen stellen dat de beelden die ik maak thuishoren binnen een andere realiteit. Ik zet deze wereld niet volledig neer, slechts taferelen die zich hierbinnen afspelen; zwevend tussen herkenbaarheid en vervreemding.






























































1935



1929

1928

1927


1926


1925

1924


1923

1922


1921


1920


1919

1918

1917

1916


1915


1914

1913


1912

1911


1909


1908


1907

1906

1905

1904


1903


1902

1901


1900

1899


1897


1896


1894

1893

1892


1891


1890


1889

1888


1887

1886


1885


1884

1883

1882

1881


1880

1879

1878

1877


1876


1875

1874


1873

1872


1871


1870


1869

1868

1867

1866


1865


1864

1863


1862

1861


1860

1859


1858


1857

1856

1855

1854


1853


1852

1851


1850

1849


1848

1847


1846


1845

1843

1842


1841


1840


1839

1838


1837

1836


1835


1834

1833

1832

1831


1829

1828

1827



1824


Maastricht Institute of Arts