In mijn praktijk noem ik mijn werk ‘gebeurtenissen’. Hiermee bedoel ik de letterlijke gebeurtenissen in mijn atelier. Door een soort chaotische sfeer te creëren en zo min mogelijk ruis op te ruimen, ontstaan er combinaties van verschillende materialen die ik tevoren niet had kunnen voorspellen. Vaak neem ik als uitgangspunt foto’s van alledaagse taferelen die ik interessant vind. Ik verken de combinatie van kleur en vorm en probeer ze te erkennen. Daarbij stel ik me de vraag hoe die kleur en die vorm het beste tot zijn recht komen. De functie verdwijnt; die informatie gaat verloren tijdens het maakproces. Ik raak geïnspireerd door ruimtes die behuisd worden door een veelheid aan spullen. Ik kan snel overprikkeld raken door deze hoeveelheid, echter kan enkel een theelepel ook een heleboel emoties bij mij teweegbrengen. De dingen om mij heen worden bekleed met menselijke karaktertrekken. Door positionering kunnen spullen bevangen worden door tragiek, geluk of andere eigenschappen. Een houten lat ziet er in een hoek veel aandoenlijker uit, dan wanneer deze gecentreerd in de ruimte staat. Dit komt omdat deze houten lat op het moment bekeken word door mij. Zo worden het gebeurtenissen van mij, want ik kijk er naar. Alles provoceert bij mij, evenals bij ieder mens, gunstige of ongunstige reacties; het spreekt in ieder geval mijn lichaam aan. Hierbij is het de subjectieve ervaring die telt; mijn persoonlijke verbinding met de kleur, het materiaal en de vorm.
Ik houd me bezig met wat ik het schilderij-ding vraagstuk noem. Ik begeef mij hierin op het raakvlak tussen de manifestatie van een ding in de fysieke ruimte en de geschilderde voorstelling op het platte vlak. Doormiddel van het medium schilderen blijf ik trouw aan mijn persoonlijke ervaring. Ik heb altijd geloofd in de subjectieve ervaring en hecht hier veel waarde aan. Dit heeft grotendeels te maken met dat ik iemand ben die door bepaalde zaken snel geraakt wordt. Het eigen maken van die ervaring begint bij het zijn op een plek, het waarnemen van een geur, een vorm, een kleur etc. Bepaalde prikkels nemen mij mee naar bepaalde gebeurtenissen. Het moment van toe-eigenen begint wanneer het moment al verstreken is; dan begin ik er over na te denken. Het woord ‘nadenken’ zegt het al; het denken gebeurt er na. Dit brengt mij bij mijn atelier-situatie waarin een verzameling tot stand is gekomen van dingen waartoe ik mij aangetrokken voelde en nog steeds voel. Dit gegeven representeert deze gedachte.