sorteer op

filteren op


2049


2048

2047


2046


2045

2044

2043

2042


2041


2040


2039

2038


2037

2036


2035


2034

2033

2032

2031


2030

2029

2028

2027


2026


2025










































































2020

Bachelor Docent Beeldende Kunst en Vormgeving

2020

Noëlle Jansen

Schuursel Jansen

Soms is het moeilijk te omvatten wat zintuigen terug de gedachten in helpen. Het onthouden ervan is dat wat zichtbaar is. De herinnering, gecreëerd, bedacht, verzonnen of bewaard. Helder, maar eveneens troebel is waardevol. Hoe onderscheiden we het beeld van de woorden? Hoe voelen we ons thuis in ons eigen blikveld. Merken we het wel als we daar zijn. Zijn we daar om te blijven ook? Hoe we streven naar die houvast, de zekerheid en het fysieke, zo mooi is het onzekere, toevallige maar ook onverwachtse. Wanneer we ons daar begeven kunnen, moeten we leren genieten. Zodra we voelen is acceptatie daar, klaar om omarmd te worden, erkend en ook herkend. Hier zie je wat voor mij de herinnering is, was en wordt. Morgen heb ik een nieuwe, vandaag ben ik hier nog.

Door het doen van dit onderzoek, kan ik een aantal interessante conclusies trekken. Tijdens het doen van het onderzoek heb ik een peiling gemaakt van de woorden die in de antwoorden op de vragenlijst voorkomen. Natuurlijk, elke respondent is anders, heeft andere behoeften en wensen wat betreft zijn of haar atelier, maar door juist naar overeenkomsten tussen deze personen te gaan zoeken, ben ik erachter gekomen dat de respondenten vaak op zowel functioneel als emotioneel gebied, naar hetzelfde zoeken in een atelier, om daar zo optimaal mogelijk te ‘zijn’. Door het onderzoek te doen ben ik erachter gekomen dat deze fascinatie van mij, de ruimte waarin we niet alleen werken maar ook creëren, ook in de professionele kunstpraktijk speelt. Door bij mijzelf na te gaan wat ik wilde weten en door hieraan passende methodes voor Arts Based Educational Research (ABER) toe te passen, ben ik erachter gekomen dat door zaken, die als onderzoeker fascineren en deze vervolgens voor te leggen aan respondenten, zij hier niet enkel passief op reageren. Op deze manier zetten ze hun respons ook om in een actieve handeling. Over dit gegeven ben ik heel verrast. Uit de antwoorden van de respondenten blijkt namelijk dat, nadat ik hen vragen voorlegde, zij hier daadwerkelijk mee aan de slag zijn gegaan. Ze hebben zich het onderzoek ‘eigen’ gemaakt en zijn allemaal op hun eigen manier gaan nadenken over hun atelier of hun kunstpraktijk. Meer dan eens heb ik van de deelnemers respons ontvangen over het veranderen van de indeling van het atelier of de attitude naar het atelier toe. Dat zijn de cadeautjes voor het onderzoek geweest. Respons waarnaar niet is gevraagd, maar zomaar verkregen is. De respondenten kijken bewuster naar hun ruimte en gaan er bewuster mee om, waardoor het doel van dit onderzoek bereikt is.









































































1935



1929

1928

1927


1926


1925

1924


1923

1922


1921


1920


1919

1918

1917

1916


1915


1914

1913


1912

1911


1909


1908


1907

1906

1905

1904


1903


1901


1900

1899


1897


1896


1894

1893

1892


1891


1890


1889

1888


1887

1886


1885


1884

1883

1882

1881


1880

1879

1878

1877


1876


1875

1874


1873

1872


1871


1870


1869

1868

1867

1866


1865


1864

1863


1862

1861


1860

1859


1858


1857

1856

1855

1854


1853


1852

1851


1850

1849


1848

1847


1846


1845

1843

1842


1841


1840


1839

1838


1837

1836


1835


1834

1833

1832

1831


1829

1828

1827



1824


Maastricht Institute of Arts